De zin en onzin van het consumeren van vis en visolie

wel of geen visolie

Visolie hebben we dat echt nodig? In dit artikel vertellen dr. Nanne van Hoytema en Dos Winkel je er alles over.

De gezondheidsvoordelen van vis en visolie

Theorieën over de gezondheidseffecten van vis en visolie voor consumenten kunnen worden teruggeleid naar onderzoek van twee Deense onderzoekers naar het voorkomen van aandoeningen van hart en bloedvaten bij Groenlandse Inuit-Eskimo’s (Bang et al. 1971, Bang en Dyerberg 1972). Hoewel deze studie nog steeds veelvuldig wordt aangehaald (verschillende versies samen meer dan 900 keer geciteerd sinds publicatie volgens Web of Science), lijkt het erop dat hun conclusies steeds verder zijn opgerekt door opeenvolgende publicaties (Fodor et al. 2014). De Omega3 vetzuren die onderwerp waren van al deze publicaties, eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA), zijn allerlei gezondheidseffecten toegedicht die niet of nauwelijks bewezen zijn door wetenschappelijke studies. De European Food Safety Authority (EFSA) heeft al deze claims tegen het licht gehouden.

Er is hoofdzakelijk wetenschappelijke onderbouwing voor bijdrages van EPA en DHA aan het gezond houden van hart en bloedvaten en het ondersteunen van het zicht. Voor al de beweringen over bijvoorbeeld concentratie en leervermogen, goed voor de gewrichten, enzovoorts, is volgens EFSA geen wetenschappelijk bewijs gevonden.

Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met het bloedverdunnend effect van EPA en DHA. Het combineren van deze vetzuren met bloedverdunners moet alleen in overleg met een arts gebeuren (Qato et al. 2016).

De nadelen van vis en visolie

Hoewel EPA en DHA dus wel bijdragen aan een aantal gezondheidsaspecten, zijn er problemen met de vis waar zij uit gewonnen worden. Visbestanden over de hele wereld worden zwaar bevist. 90% van de visbestanden wordt maximaal bevist, of overbevist (FAO, 2016). Deze zware visbelasting heeft niet alleen gevolgen voor de vissoorten zelf, maar ook voor de ecosystemen waar zij onderdeel van zijn. Roofvissen komen voedsel tekort en de soorten die door de beviste vissen (o.a. tonijn, zwaardvis) gegeten zouden moeten worden, hebben geen top-down controle meer op hun populatie waardoor ze een plaag kunnen vormen (Jackson et al. 2001).

Visolie wordt uit verschillende soorten gewonnen met Peruaanse ansjovis als grootste bron. 25% van de wereldproductie komt uit restmateriaal van de visverwerkingsindustrie terwijl 75% uit hele vis komt. Per liter visolie wordt meer dan 20 kilo vis verbruikt (Shepherd en Jackson 2013). Op onze vraag aan de verschillende producenten van visolie hoeveel vis nodig is om 1 liter visolie te produceren, kregen wij in geen enkel geval antwoord. Mogelijk gaat het zelfs om wel 200 kilo vis, maar dit is alleen van horen zeggen.

Een ander probleem is dat uit onderzoek blijkt, dat veel van de visolie op de markt ranzig is geworden door oxidatie tijdens het productieproces. Dit kan oplopen tot meer dan 80% van de supplementen in een test die de aanbevolen niveaus overstijgt (Albert et al. 2015). Het effect hiervan op de menselijke gezondheid is nog onbekend. Deze geoxideerde producten zijn mogelijk ook gebruikt in klinische onderzoeken naar gezondheidseffecten van visolie, wat de resultaten kan hebben beïnvloedt (Cameron-Smith et al. 2015). 

Naast dit alles hebben wij de zeeën waar de vissen in leven vervuild met stoffen als methylkwik,  dioxines, PCB´s en brandvertragers. Men schat dat er in het oceaanwater zo´n 200.000 verschillende (chemische) stoffen zitten die er door de mens in terechtgekomen zijn! Deze stoffen hopen zich op in het vetweefsel van de vis waar juist die EPA en DHA in zitten, vooral in top-roofdiersoorten zoals tonijn en zwaardvis (Gray 2002).

De EFSA geeft aan dat gezondheidsgrenzen (provisional tolerable weekly intake, PTWI) bij volwassen mensen niet overschreden worden door een beperkte hoeveelheid vis in het dieet (max. twee porties per week), maar aangezien methylkwik vooral giftig is voor het zenuwstelsel en hersenen in ontwikkeling, is extra voorzorg nodig voor zwangere vrouwen. Overschrijding van de PTWI is echter wel mogelijk door simultane blootstelling aan andere bronnen, zoals kwik die vrijkomt uit amalgaam tandvullingen (EFSA, 2012). Ook wordt de Oostzee bestempeld als gebied waar vis 3,5 tot 5 keer meer schadelijke stoffen bevat dan elders (EFSA, 2005). Uit promotieonderzoek van Maike Bilau van de Universteit van Gent is gebleken dat vis en andere zeedieren slechts 2% van de totale voedselintake bij 4.400 Vlamingen betreft, maar dat deze relatief lage intake bij volwassenen wel ruim 50% van alle dioxines en pcb´s veroorzaakt met gevaar voor het ontwikkelen van verschillende soorten kanker. De balans tussen voor- en nadelen van het eten van vis en het gebruik van visolie op de gezondheid slaat nu, met voorzorg voor bijvoorbeeld zwangere vrouwen, uit richting het niet eten van vis. Men kan zonder meer kiezen voor een zeer goed alternatief met alle voordelen, maar zonder de nadelen voor mens en natuur!

Algenolie als alternatief

De vissen waaruit men EPA en DHA haalt zijn niet de bron van deze vetzuren. Vis krijgt ze binnen met het zeewater in de vorm van microalgen/plantaardig plankton, die aan de basis van het voedselweb in zee staan (Alves Martins et al. 2013). Deze microalgen kunnen tegenwoordig gekweekt worden in een gecontroleerde omgeving (in zogeheten bio-reactors) zonder blootstelling aan giftige stoffen, of schade aan het ecosysteem in de oceaan. De afgelopen jaren zijn er grote stappen gezet in de commerciële productie van EPA- en DHA-rijke supplementen uit algenolie (Adarme-Vega et al. 2012, Winwood 2013). Door de volledige plantaardige productie zijn deze supplementen ook geschikt voor vegetariërs en veganisten. De gecontroleerde productie zorgt er ook voor dat de producent betere controlemogelijkheden heeft om oxidatie van de algenolie te voorkomen (Winwood 2013). Een overzicht van in Nederland en België verkrijgbare algenolie-supplementen is verkrijgbaar via doswinkel@seafirst.org .

Studies vinden geen verschil tussen EPA en DHA uit algen of uit vis in het positieve effect dat ze hebben op hartfunctioneren, of bloedwaardes zoals triglycerides en cholesterol (e.g. Bernstein et al. 2011, Maki et al. 2014, Wells et al. 2017). Op algen gebaseerde supplementen worden dan ook al toegevoegd aan babyvoeding, zuivel, en andere voedingsmiddelen (Wells et al. 2017).

Hoewel algenoliesupplementen op dit moment nog iets duurder zijn dan visolie, zijn er processen gaande die dit prijsverschil teniet zullen doen. De prijs van visolie in Nederland en België laat een stijgende trent zien sinds 2000 (FAO, 2016). Dit komt door maximaal beviste visbestanden en een stijgende vraag naar voedingssupplementen, maar ook zeker vanuit de viskweekindustrie die een veelvoud van de visolie voor menselijke consumptie verbruikt als toevoeging aan het voer van kweekvis (FAO, 2016). Deze stijgende prijs zet de industrie aan tot het zoeken naar alternatieven en grote organisaties zoals Wageningen Universiteit zijn projecten gestart om de industriële winning van hoogwaardige producten uit algen te ontwikkelen (WUR, 2017). Deze schaalvergroting zal de prijs van algenolieproducten doen dalen.

Conclusie

Hoewel EPA en DHA de afgelopen jaren een behoorlijke hype waren lijkt er wel een aantal concrete gezondheidsvoordelen voort te komen uit deze vetzuren als onderdeel van een gevarieerd dieet. Helaas zit er ook een aantal nadelen aan de klassieke vis en visolie die wordt aangeraden als bron van deze voedingsstoffen. Supplementen met EPA en DHA uit algen zijn een valide alternatief met vergelijkbare gezondheidsvoordelen zonder de problemen die aan de consumptie van vis(olie) kleven. Een gecontroleerde productie in bioreactors verzekert de productie van een hoogwaardig product. Terwijl de beschikbaarheid van vis steeds beperkter wordt door de overbelasting van de visstanden zijn organisaties als Wageningen Universiteit vol aan het inzetten op productie van EPA en DHA uit algen om aan de groeiende vraag naar deze voedingsstoffen te voldoen.

1 dr. in de mariene biologie en oprichter www.marienebiologie.org,

2 oceaanbeschermer en oprichter van de Stichting Sea First; orthopedisch fysiotherapeut www.seafirst.org en www.seafirst.nl

Alle wetenschappelijke literatuur en EFSA-tabellen waaraan in dit artikel gerefereerd wordt, kan opgevraagd worden bij doswinkel@seafirst.or

Binnenkort starten wij met goede doelen zondag. Iedere zondag komt er dan een artikel online van een goed doel. Zij kunnen in verschillende artikelen laten zien waar ze voor staan. Dit artikel is van Sea first.

Dit is ook leuk om te lezen:

Deel dit bericht gerust op socail media met onderstaande knoppen.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *