Maak de melk lauwwarm in een pannetje of in de magnetron.
Meng in een grote kom de bloem, gist en zout.
Doe de lauwwarme melk erbij, en meng tot een dik, glad beslag, vergelijkbaar met beslag voor oliebollen.
Voeg eventueel een extra scheutje melk toe als het beslag te stijf is.
Meng de rozijnen erdoor.
Dek de kom af met een deksel of vochtige theedoek en laat het beslag 1 uur op een warme plek rijzen tot het in volume is verdubbeld.
Als het beslag gerezen is, verwarm je de olie in een koekenpan van 26 cm. Laat het beslag voorzichtig in de pan glijden (niet roeren, dan gaat de lucht eruit) en dek af met een deksel.
Laat de poffert ongeveer 20-25 minuten op laag vuur gaar worden. Kijk af en toe even of het nog goed gaat. De olie moet aan de rand van de koek heel zachtjes bubbelen. Als de bovenkant van de poffert gestald is, keer je hem om behulp van een spatel of een groot bord.
Laat de andere kant ook 5-10 minuten bakken tot die mooi bruin is. Laat de poffert een beetje afkoelen en snijd hem dan in punten. Vers is hij het lekkerst, maar je kunt hem ook de volgende dag eten of invriezen voor later.
