Snijd de komkommers in schijfjes van een ½ cm dik en leg ze in een grote schaal. Strooi het zeezout erover en schep dit om zodat elk schijfje met het zout in contact komt. Laat ze 15 minuten staan.
Controleer of de schijfjes hun vocht loslaten; onderin de kom moet een laagje zichtbaar zijn. Schep ze om zodat de bovenste schijfjes in het vocht komen te liggen en laat ze weer 15 minuten staan.
Laat de schijfjes uitlekken, spoel ze grondig af om al het zout te verwijderen en dep ze droog met een keukendoek. Leg ze in een grote schaal.
Voeg gochugaru (2 tot 4 eetlepels, afhankelijk van hoe pittig je het wilt), ui, suiker, azijn en mirin toe. Schep het geheel om zodat alle schijfjes bedekt zijn met een laagje.
Laat de schijfjes 2-3 dagen op kamertemperatuur fermenteren. Doe het geheel over in een pot en bewaar hem in de koelkast. De komkommerkimchi blijft enkele weken houdbaar.